De voormalige lagere school St. Aloysius aan de St. Josephstraat 18 werd gebouwd in 1895, in neogotische stijl. De naastgelegen, voormalige Paulusmulo, opgericht in 1912, was een uitbreiding van de lagere school. De scholen waren verbonden aan de Sint-Jansparochie en de congregatie Sint-Aloysius. In latere jaren waren beide schoolgebouwen in gebruik als ivo-mavo (individueel voortgezet onderwijs). Sinds mei 2001 is het scholencomplex een rijksmonument. De St. Josephstraat met aan de linkerkant het voormalige scholencomplex. Anno 1900. Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch.
De Aloysiusschool is een bakstenen pand op een L-vormig grondplan. Het bestaat uit een evenwijdig aan de straat gesitueerde langsvleugel en een haaks op de straat staande dwarsvleugel. Het heeft twee bouwlagen en een kapverdieping onder een met kruispannen gedekt samengesteld dak. Daarop zijn dakkapellen aangebracht, die voorzien zijn van leien in Maasdekking, met oplopende schilddakjes waarop spitsen met pirons. De voorgevel telt elf vensterassen en twee topgevels; links met klimmend spitsboogfries bekroond met een kruis en rechts met een getrapte fries. De goten zijn geprofileerd en bevestigd op bloktandlijsten. Het pand wordt verlevendigd door siermetselwerk, tandlijsten, speklagen en spekblokken, rode profielsteen, hardsteen voor waterlijsten, venstertraceerwerk en smeedijzeren sierankers. Links op de verdieping is een beeld van Sint-Aloysius onder een baldakijn. Gevelplaten met ‘Congregatie St. Aloysius’ en ‘Par. School St. Jan’. Er zijn overwegend houten kruiskozijnen met twintigruitsramen, op de begane grond onder rondbogen met driepassen in het decoratieve boogveld, op de verdieping onder segmentbogen. In de topgevel zijn blinde spitsboognissen.De aanliggende, voormalige Paulusmulo (St. Josephstraat 20) is een bakstenen pand op een rechthoekig grondplan. Het telt drie bouwlagen met een kapverdieping onder een schilddak met twee dakkapellen onder lessenaardaken. De voorgevel telt zeven traveeën met in de eerste, vierde en zevende travee hoger opgetrokken, licht risalerende torenvolumes met tentdaken, bekroond met pirons. Het torenvolume aan de rechterkant heeft een afgeplat tentdak met smeedijzeren vorstkam. Het middenvolume heeft een balustrade. De goot op profielstenen is licht geprofileerd en is opgenomen in een rondboogfries. Spekblokken, speklagen, hardstenen plinten, waterlijsten, onderdorpels, lateien, afdekplaten, gevelplaten, ornamenten, siermetselwerk en sierankers verlevendigen de gevel. Gevelplaten met ‘M.U.L.O.’, ‘St. ALOYSIUSSCHOOL’ en ‘ANNO 1912’. De vensters zijn getoogd of rechtgesloten met één- dan wel tweedelige houten kozijnen of kruiskozijnen onder rond-, segment- of korfboog. De entree heeft een dubbele, beglaasde paneeldeur met siersmeedijzeren deurrooster. De hoofdindelingen van hal, gangstructuur met daaraan grenzende klaslokalen zijn in de basisopzet behouden gebleven. | 20 |
InleidingVoormalige parochiale lagere school (St. Josephstraat 18) en parochiale muloschool (St. Josephstraat 20), verbonden aan de parochie Sint Jan en de Congregatie St. Aloysius.De parochiale gebouwen, anno 1999 nog steeds als school in gebruik, liggen aan de westzijde van de in de negentiende eeuw als onderdeel van een grootschalige inbreiding binnen het stedelijk weefsel van de historische binnenstad herbebouwde St. Josephstraat. Achter de schoolgebouwen, die gelegen zijn aan de straatzijde van een groot nagenoeg rechthoekig perceel, bevindt zich een ruim achtererf. Links en rechts in de rooilijn gelegen buurpanden, links aangrenzend rechts een klein steegje naar het achtererf. De in opdracht van de Congregatie in 1895 (St. Josephstraat 18) en 1912 (St. Josephstraat 20) gebouwde panden etaleren de stilistische veranderingen in de katholieke schoolarchitectuur uit het eind van de negentiende en de eerste decennia van de twintigste eeuw: een in Neo-Gotische stijl gebouwde lagere school (nummer 18) en een meer eigentijdse, soberdere vroeg twintigste-eeuwse variant, nog geënt op de neogotische vormentaal (nummer 20). In de dakschilden diverse nieuwe dakramen. De voorgevels zijn op onderdelen gewijzigd (hoofdentree nummer 18) en versoberd (o.a. linker travee nummer 18). De achterzijde van nummer 18 is ingrijpend gewijzigd en versoberd. De interieurs zijn deels gemoderniseerd. OmschrijvingDe voormalige lagere school (St. Josephstraat 18) is een bakstenen pand op nagenoeg L-vormig grondplan bestaande uit een evenwijdig aan de straat gesitueerde langsvleugel en een haaks op de straat gesitueerde dwarsvleugel met twee bouwlagen en een kapverdieping onder een met kruispannen gedekt samengesteld dak (zadeldak met haaks aankappende zadeldaken) waarop dakkapellen, voorzien van leien in Maasdekking, met omlopende schilddakjes waarop spitsen met pirons. Aan de achterzijde een- en tweelaags aanbouwen onder plat uit later tijd. De voorgevel telt elf vensterassen waarin twee topgevels, links met klimmend spitsboogfries bekroond met kruis en rechts met getrapt fries. Geprofileerde goten op bloktandlijsten. Het in kruisverband gemetselde pand wordt verlevendigd door siermetselwerk, tandlijsten, speklagen en spekblokken, rode profielsteen, hardsteen voor waterlijsten, de projecterende plint en venstertraceerwerk en smeedijzeren sierankers. Links op de verdieping beeld van St. Aloysius onder baldakijn. Gevelplaten met 'Congregatie St. Aloysius' en 'Par. School St. Jan'. Overwegend houten kruiskozijnen met twintigruitsramen, op de begane grond onder rondbogen met driepassen in het decoratieve boogveld, op de verdieping onder segmentbogen met dito boogveld. Aan weerszijden van het Aloysiusbeeld spitsboogvensters met traceerwerk. In de topgevel blinde spitsboognissen.Achterzijde soberder gedetailleerd. Noordkant van de dwarsgevel met siermetselwerk en vensters zoals voornoemd. De belendende voormalige MULO-school (St. Josephstraat 20) is een uitbreiding van de lagere school. Dit bakstenen pand beslaat een rechthoekig grondplan en telt drie bouwlagen met een kapverdieping onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt schilddak met twee dakkapellen onder lessenaardaken. De voorgevel telt zeven traveeën met in de eerste, vierde en zevende travee hoger opgetrokken, licht risalerende torenvolumes met tentdaken, bekroond met pirons. Rechter torenvolume met afgeplat tentdak waarop smeedijzeren vorstkam, gedeeltelijk aan het gezicht onttrokken door een ervoor opgemetselde schoudergevel. Middenvolume met flankerende balustrade. Licht geprofileerde goot op profielstenen, opgenomen in rondboogfries. Het in kruisverband gemetselde pand wordt verlevendigd door spekblokken en speklagen (onder andere van witte en geel geglazuurde baksteen); het gebruik van hardsteen voor de plint, waterlijsten, onderdorpels, lateien, afdekplaten, gevelplaten en ornamenten; verder divers (uitkragend) siermetselwerk en per bouwlaag divers vormgegeven sierankers. Verder gevelplaten met 'M.U.L.O.', 'St. ALOYSIUSSCHOOL' en 'ANNO”1912'. Getoogde of rechtgesloten vensters met veelal een- danwel tweedelige houten kozijnen of kruiskozijnen onder rond-, segment- of korfboog, vrijwel allemaal voorzien van markante kleine roedenverdeling. Entree met dubbele, beglaasde paneeldeur met siersmeedijzeren deurrooster. Achterzijde met dertien vensterassen en rechter gevel overeenkomstig, maar veel soberder gedetailleerd. De hoofdindelingen van hal, gangstruktuur met daaraan grenzende klaslokalen zijn in basisopzet behouden gebleven. Van het interieur zijn o.a. vermeldenswaard: trapportaal met granito treden, houten leuning en smeedijzeren balustrade met doorgaand cirkelmotief; smalle steektrap in rechter zijvleugel met terrazzo treden, houten leuning en getordeerde smeedijzeren balusters; vensters met getordeerde spijlen; diverse boogportalen; keuken op begane grond met schuifkasten voorzien van okerkleurig kathedraalglas. WaarderingHet tweetal voormalige parochiescholen, een lagere school op nummer 18 en een MULO-school op nummer 20, is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de sociale ontwikkelingen op onderwijsgebied in Brabant aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Daarnaast als uitdrukking van de ontwikkeling van de katholieke congregaties en het daaraan verbonden onderwijs in parochiescholen. De aan de Sint Jansparochie verbonden scholen herinneren als zodanig aan de religieuze opbloei van de stad. Verder is het object als voorbeeld van grootschalige schoolbebouwing van belang voor de typologische ontwikkeling van scholen.Het object bezit architectuurhistorische waarden vanwege het belang voor de architectuurgeschiedenis van de in de gevels zichtbare stijlontwikkeling waarbij een neo-gotische vormentaal (1895) wordt opgevolgd door een meer eigentijdse (1912), maar nog op de neogotiek geënte variant. Daarnaast vanwege de esthetische kwaliteiten van de detaillering en de verzorgde ornamentiek in met name de straatgevels. Het object bezit ensemblewaarden als onderdeel van een grootschalige negentiende-eeuwse stedenbouwkundige inbreiding binnen het weefsel van de historische binnenstad, gevormd aan weerszijden van de St. Jozefstraat, op de plaats van een tot dan toe dunbebouwd gebied. Daarnaast als onderdeel van de sinds de katholieke emancipatie snel opgekomen, hecht samenhangende klooster- en instituutsbebouwing rondom de kathedrale Sint Jan, waardoor het gebied een voor Den Bosch en daarbuiten vrij uniek en zeldzaam karakter heeft gekregen. Verder vanwege het beeldbepalende karakter van het silhouet van de school voor het ten noorden van de Sint Jan gelegen deel van deze religieuze bebouwing. Het object is van belang vanwege grotendeels gaaf bewaard gebleven straatgevels en de in basisopzet herkenbaar bewaard gebleven schoolplattegronden. |
2010 |
Voormalige St. AloysiusscholenSt. Josephstraat 18-20De voormalige Lagere School en MULO, verbonden aan de Congregatie St. Aloysius, zijn gebouwd in 1895 en 1912. Beide gebouwen tonen de veranderingen in de schoolarchitectuur op de overgang van 19e naar 20e eeuw. Zo heeft de Lagere School (op nummer 18) een neogotische stijl. De bakstenen voorgevel heeft profielstenen, speklagen, een hardstenen plint, gevelstenen en sierankers.De vensters zijn korfboogvormig, met siermetselwerk of gotische driepassen. De linkertopgevel heeft op de verdieping twee grote spitsboogvensters met traceringen, daartussen een beeld onder een baldakijn van St. Aloysius. De hoofdtoegang, de achterkant en het trappenhuis zijn in 1950 gewijzigd. De architectonische monumentwaarde van het gebouw wordt vooral bepaald door de voorgevel, die een belangrijk onderdeel vormt van de 19e-eeuwse St. Jozephstraat. Op nummer 20 huist momenteel kunstenaarsinitiatief Nova Zembla. In de oude klaslokalen zijn ateliers gevestigd, waar 32 beeldend kunstenaars werken.
Magazine Open Monumentendag (2010) 23
|
|
2015 |
Voormalige Sint-AloysiusscholenDe voormalige lagere school en MULO, verbonden aan de Congregatie Sint-Aloysius zijn gebouwd voor de Sint-Jansparochie in respectievelijk 1895 en 1912. In het recente verleden waren de beide schoolgebouwen in gebruik als IVO-MAVO. De schoolgebouwen tonen de veranderingen in de schoolarchitectuur tussen het eind van de 19e en de eerste decennia van de 20e eeuw.De lagere school (Sint-Josephstraat 18) is gebouwd in neogotische stijl (1895). De naastgelegen voormalige MULO-school (Sint-Josephstraat 20) is in 1912 een uitbreiding van de lagere school. Dit bakstenen pand telt drie bouwlagen met een kapverdieping onder een schilddak en twee torens met tentdaken en pirons. De gevel is geornamenteerd met speklagen, onder andere van witte en geel geglazuurde baksteen, sierankers en gevelplaten met 'MULO', 'SINT-ALOYSIUSSCHOOL' en 'ANNO 1912'.
Magazine Open Monumentendag (2015) 29
|
1910 | wed. A. van Roosendaal (concierge) |
1928 | St. Aloysiusschool |
1936 | R.K. U.L.O. school 'St. Raphaël' |
1960 | R.K. Middelbare Handelsavondschool - R.K. U.L.O. school voor jongens |
1975 | R.K. Bijzondere jongensschool |
1985 | R.K. IVO-MAVO |